Skip to main content

Enguerrand Artaz, Fund Manager, La Financière de l’Echiquier.

10.000 dollar. Het cijfer zinderde na als een vibrato in het vurige concerto dat sinds enkele maanden de markt voor industriële metalen opluistert. 10.000 dollar is de prijs waartegen termijncontracten voor één ton koper vandaag op de markt verhandeld worden. Het is het hoogste niveau in twee jaar en het voorlopige hoogtepunt in de recente rally van het bekendste van alle industriële metalen, dat sinds begin dit jaar al meer dan 15% duurder is geworden.

Daar zijn structurele redenen voor. Aan aanbodzijde is er toenemende schaarste. Er is wereldwijd bijzonder weinig koper in voorraad en de productiecapaciteit is de afgelopen jaren aanzienlijk geslonken, zeker sinds de sluiting van de gigantische openluchtmijn van de Canadese groep First Quantum in Panama eind november. Aan de vraagzijde wordt de komende jaren daarentegen juist een stijging verwacht onder impuls van de ontwikkeling van datacenters overal ter wereld en de – groene – infrastructuurplannen in de Verenigde Staten en Europa. Het gevolg is dat de komende kwartalen een acuut kopertekort dreigt, waardoor de prijs naar verwachting nog verder zal oplopen. Bovendien bestaat het gevaar dat door historische droogte in heel wat mijnbouwregio’s het aanbod tijdelijk verder inzakt, want water is een essentieel element bij de winning van koper. Tegelijk zal het einde van de voorraadafbouw in China en dus de cyclische terugkeer van China als koper op de wereldmarkt de stijgende vraag verder aanzwengelen.

Koper is echter niet het enige metaal dat in snel tempo duurder wordt. We zien hetzelfde bij nikkel en – in mindere mate – zink en aluminium. Opverende prijzen van die industriële metalen worden traditioneel gezien als een goede indicator voor een aantrekkende conjunctuur. In het huidige klimaat bevestigt het signaal de boodschap die verschillende andere indicatoren al enkele maanden uitsturen, of het nu gaat om peilingen naar het sentiment, zoals de wereldwijde inkoopmanagersindex voor de verwerkende industrie die voor het eerst sinds medio 2022 weer op groei wijst, of ‘harde’ cijfers zoals de stijging van het vrachtvolume over de weg en per spoor.

Het herstel van de conjunctuur blijft niettemin erg pril. De recentste inkoopmanagersindices voor de verwerkende industrie bleven zowel in de Verenigde Staten als in de eurozone onder de verwachtingen. Bedrijven geven aan dat de voorraadafbouw nog bezig is, de vraag zwak is en er weinig aankoopactiviteit is. De industriële productie blijft aan beide zijden van de Atlantische Oceaan bescheiden en in de Verenigde Staten gaan de leveringen van kapitaalgoederen in dalende lijn. Hoewel de vooruitzichten gestaag blijven verbeteren, maant dat toch tot enige voorzichtigheid ten aanzien van conjunctuurgevoelige aandelen, die op korte termijn overkocht en in relatieve termen weinig aantrekkelijk gewaardeerd zijn doordat beleggers te sterk anticiperen op een conjunctuurverbetering die zich weliswaar aan het voltrekken is, maar eerder adagio dan allegro.

LFI

Author LFI

More posts by LFI